In mijn zoektocht naar de werkelijke bedoeling van de transitievergoeding stuitte ik met name op artikelen die aangeven dat de werkgever verplicht is een transitievergoeding te betalen en dat daar niets aan te doen is. Echter de werkelijke bedoeling van deze regeling lijkt iedereen al weer te zijn vergeten.
Deze omschrijving komt het dicht in de buurt van de bedoeling die de regeling had toen deze werd ingevoerd in 2015:
De transitievergoeding is een vergoeding die een werknemer helpt om de overstap van de ene, naar de andere baan te maken (de ‘transitie’). Om dat goed te laten verlopen, zal de werknemer zich soms moeten laten omscholen of zal hij cursussen moeten volgen om aantrekkelijker te worden voor de arbeidsmarkt. Daarvoor is de transitievergoeding bedoeld.
Waarom heb je daar 75.000 euro voor nodig? In mijn optiek zou dit in de afgelopen jaren hebben geleid tot een explosie aan nieuwe opleiders en ondersteunende bureaus die mensen helpen op weg naar hun nieuwe baan. Maar dat blijkt in de praktijk erg mee te vallen. En waarom? Omdat het geld niet besteed wordt aan transitie, maar aan een vakantie of een caravan (waar gebeurd!). De ex-werknemer hoeft geen enkele verantwoording af te leggen over de besteding van de vergoeding. Bizar.
Oplossingen
1) Doe de naam transitievergoeding eer aan. Een eerste verstandige keuze zou zijn om de transitievergoeding te verlagen naar maximaal 10.000 euro. Deze vergoeding kun je dan als ex-werknemer ook daadwerkelijk besteden aan je transitie. Voor dat bedrag kun je een goede opleiding doen en ook nog een coach in de hand nemen. De meeste werkgevers in Nederland zijn ook nog wel in staat dat bedrag op te hoesten.
2) Om er voor te zorgen dat niet de belastingdienst goed is met dit bedrag (normaal zo’n 50% die je kunt inleveren), blijft het bedrag in beheer bij de ex-werkgever. Als ex-werknemer overhandig je een offerte van een opleider of coach en de kosten worden door de ex-werkgever betaald. Daarmee voorkom je een hoge belastingafdracht en anderzijds een verkeerde besteding van de transitievergoeding.
Dirk Meijer