De Participatiewet heeft er niet of nauwelijks toe geleid dat er meer mensen vanuit een uitkering of een sociale werkplaats een gewone baan kregen. Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een uitgebreide evaluatie.
De wet, die in 2015 is ingevoerd onder verantwoordelijkheid van PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma, moest door verschillende regelingen samen te voegen, zorgen voor een meer inclusieve arbeidsmarkt. Maar volgens het SCP is er flink wat werk nodig om op de lange termijn alsnog meer mensen aan het werk te krijgen.
Amper iets veranderd
In de wet worden verschillende regelingen voor mensen die moeilijk aan het werk komen, bijvoorbeeld doordat ze gehandicapt zijn, samengevoegd. Het was de bedoeling dat het voor werknemers en overheidsinstanties overzichtelijker zou worden om die mensen aan het werk te helpen. Dit zou moeten leiden tot meer werkenden.
Uit de evaluatie blijkt dat er voor de grootste groep die onder de wet valt, bijstandsgerechtigden, van wie er zo’n 440.000 waren in 2018, amper iets is veranderd. Voor jonggehandicapten (zo’n 30.000 mensen) stegen de baankansen, maar hun inkomenspositie en kans op een vast contract verslechterden juist.
En voor mensen die voorheen toegang kregen tot de sociale werkvoorziening daalde de kans op een baan zelfs.
Verkeerde aannames
Het SCP wijst meerdere oorzaken aan voor de tegenvallende resultaten. Zo waren er onrealistische aannames: het bleek simpelweg niet voor iedereen haalbaar om te gaan werken.
Bijna een derde van de doelgroep van de wet geeft aan dat ze zelf denken dat ze nooit meer kunnen werken, vooral vanwege gezondheidsklachten. Er is ook onvoldoende zicht op wie er allemaal bij de doelgroep horen en wat hun mogelijkheden zijn.
Gemeenten, die de taak om deze mensen aan het werk te krijgen overnamen van het Rijk, hadden te maken met opstartproblemen. Ook zitten er voor de gemeenten prikkels in het systeem om vooral te investeren in kansrijke mensen binnen de groep, waardoor anderen te vaak aan hun lot worden overgelaten.
Complexiteit
Daarnaast zijn de meeste werkgevers niet altijd bekend met de regelingen die ze kunnen gebruiken om mensen aan het werk te helpen.
Een derde van alle werkgevers zet daadwerkelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in. Die groep werkgevers groeit niet. Er blijkt ook in veel gevallen intensieve begeleiding en inspanning van zowel werkgever als werknemer nodig om een succes te behalen.
Verder heeft het samenvoegen van meerdere regelingen in één wet niet geleid tot minder complexiteit.
Het onderzoek is voornamelijk gebaseerd op eerdere deelonderzoeken. Er is alleen gekeken naar het effect van de wet op baankansen. Er is niet gekeken naar kostenbesparingen door de wet. Ook is er niet gekeken of het draagvlak voor sociale voorzieningen met de invoering van de wet is vergroot.
Vinger op de zere plek
Werkgeversorganisaties zijn niet verrast door de conclusies uit de evaluatie. Volgens VNO-NCW en MKB-Nederland legt het SCP “de vinger op de zere plek”. Volgens de organisaties is de huidige wetgeving te ingewikkeld en werkt iedereen te veel langs elkaar heen. “Het is eigenlijk een wonder dat we al zo ver op streek zijn met het bereiken van het doel van honderdduizend banen voor mensen met een beperking.”
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laat weten nog niet te kunnen reageren. “We hebben een aantal evaluaties laten uitvoeren, waaronder die van de participatiewet. We verwachten dat alles deze week naar de Kamer gaat”, zegt een woordvoerder.
Bron: NOS.nl