Een werkgever kan pas op zijn vroegst vanaf 1 januari 2020 compensatie voor een transitievergoeding vragen bij UWV. Dit antwoordt minister Koolmees op kamervragen over de problematiek van slapende dienstverbanden.
Eerst moet het wetsvoorstel “transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid” wet worden. Dit wetsvoorstel, waarmee wordt geregeld dat de werkgever de transitievergoeding voor een langdurige zieke werknemer kan terugvragen bij UWV, ligt alweer enige tijd bij de Tweede Kamer.
De minister bevestigt dat als de wet doorgaat, werkgevers met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 recht hebben op compensatie voor de transitievergoeding die zij betalen aan een langdurige zieke werknemer. Hiervoor gelden wel voorwaarden.
De minister wil slapende dienstverbanden proberen tegen te gaan. In het wetsvoorstel is daarvoor een maatregel opgenomen. Als de werkgever de werknemer ontslaat na een periode van een ‘slapend dienstverband’ moet hij de transitievergoeding berekenen over de héle duur van het dienstverband. De compensatie geldt echter níet voor de jaren dat het dienstverband slapend is gehouden.
Verder wijst de minister op de verplichtingen die een werkgever heeft als de arbeidsovereenkomst blijft bestaan terwijl de werknemer langdurig arbeidsongeschikt is. De werkgever blijft na afloop van de verplichte loondoorbetalingsperiode bijvoorbeeld verplicht om zich in te spannen voor de re-integratie van de werknemer. Bovendien moet de werkgever aan de werknemer passende arbeid aanbieden als dat voorhanden is.